|
|
\require{AMSmath}
Reageren...
Re: Aantal paardensprongen nodig om een schaakbordvak te bereiken
de integraal van ( x/((Ö(x+1))-(4Ö(x+1)))·dx) mijn leerkracht gaf me een tip en deze was dat ik de noemer moet vermenigvuldigen met de toegevoegde tweeterm, maar ik weet helemaal niet hoe dit moet. (ik moet dit wel met substitutie kunnen oplossen)
de integraal van ((sin2x/((2+sinx)2)·dx) ik heb dus u= sinx zodat du= cosx dx dan heb je 2 maal de integraal van ( u·du / ((2+u)2)) en daarna moet je dit dan splitsen door de noemer u+2-2 van te maken maar hoe doe je dan verder? want je kan wel nog splitsen maar je kan moeilijk deze u nogmaals door substitutie vervangen door bv t want dt kan je dan niet meer berekenen? ik hoop dat jullie mij kunnen helpen alvast bedankt
mindy
Antwoord
Voor de eerste integraal vervang je de vierde-machtswortel uit (x+1) door u. Ö(x+1) wordt dan u2. x+1 = u4 en dx = 4.u3.du Vervang alles en vereenvoudig; je bekomt een zeer eenvoudige veeltermfunctie.
In de tweede oefening splits je de breuk in partieel breuken : 2u/(2+u)2 = 2/(2+u) - 4/(2+u)2 en je bekomt twee eenvoudige integralen.
Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het
antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken
van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!
|